CAPP Agile Learning: een veilige ruimte om te leren van elkaar.
Op uitnodiging van Defacto vond op 11 juni in dierenpark Amersfoort een informele kennismaking plaats met Learning Spaces: over Informeel leren en kennis delen in ziekenhuizen. Een bont gezelschap van zo’n 80 mensen greep de gelegenheid aan, om ervaringen uit te wisselen met leren in de context van de ziekenhuisorganisatie: zowel formeel als informeel en vooral: door welke voorwaarden gefaciliteerd.
Deze blog werd eerder gepubliceerd op de website van Margreet Twijnstra.
Het concept Learning Spaces is een software oplossing waarmee een laagdrempelig sociaal platform wordt geboden om dit informele leren (leren van elkaar) te faciliteren, en de verborgen kennis in de organisatie op te sporen en bruikbaar te maken. Het is bedoeld als aanvulling op het formele leren, dat nodig blijft om de kwaliteit te borgen. De aanvullende waarde van dit concept is de vrije ruimte om bepaalde ervaringen en kennis te delen met betrokkenen binnen de organisatie. Het prikkelt het eigen initiatief, een soort ‘coming out’ voor de ondernemende professionals in de zorg en het bevordert de gezamenlijke ontwikkeling in teams.
CAPP Agile Learning is een tool, maar wel eentje die bijdraagt aan de verandering van de cultuur naar die van zelfverantwoordelijke, ondernemende en professionele zelfsturende teams. De voorwaarden die daarbij echt van belang zijn klinken ons bekend in de oren: het biedt een vorm van leren die aansluit bij de intrinsieke motivatie van de medewerkers, en die mensen de vrijheid geeft binnen kaders, en welke een bottom-up benadering creëert, dus waarbij de stem van de medewerker er toe doet.
Het platform daagt uit tot experimenteren, delen en ontwikkelen van relevante kennis. Mensen formuleren hun eigen onderwerpen en inhoud, waarop de leden van het team kunnen reageren. Een vorm van leren waar je samen mee bezig bent om het werken beter te maken. Een prettige voorwaarde als je bezig bent als team je zelfverantwoordelijke-zelfsturing verder te ontwikkelen! Het is een plezierige manier die aansluit bij die ontwikkeling in de organisatie en waarbij de invloed van ‘vinken’ en andere vormen van controle even opzij gezet worden. Het is een experimenteer ruimte, waar de norm niet bij voorbaat gesteld is, of leidt tot ‘goed’ of ‘fout’. Een ruimte die je kan vergelijken met de zandbak op het speelplein: veilig, afgebakend en uitnodigend tot samen scheppend bezig zijn.
Deze manier van leren, die door vertrouwen en veiligheid wordt geïnspireerd, en uitgaat van de vrijheid en intrinsieke creativiteit van mensen lijkt mij een heerlijke aanvulling op de verplichte nummers: de boekenwijsheid; de accreditatie punten; de kwaliteits-lijstjes en registraties van bekwaamheden. Zo’n platform werkt als een vliegdekschip: mensen worden uitgenodigd om er van op te stijgen en er op te landen, en er hun persoonlijke ontwikkeling te slijpen in het samenspel met anderen.
Defacto sluit hiermee aan op de theorie van Charles Jennings, die ervan uitgaat dat slechts 10% van het leren plaats vindt in formele situaties, 20 % door netwerken en gesprekken, en 70 % in het werken zelf! (het 70-20-10 model.
Dat geeft vertrouwen in de mogelijkheden van ontwikkeling in de zorg, waarbij mensen elkaar informeel aanspreken en uitdagen om te leren van elkaar.