EPA’s in de VVT, een goed idee van WZU en Omring?
Veel medische en verpleegkundige vervolgopleidingen in Nederland zijn inmiddels ingericht volgens EPA’s. Doel is om opleiden en toetsen op de werkvloer sneller en flexibeler te maken. In het onderwijs voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg wordt nog niet met EPA’s gewerkt. Terwijl daar dezelfde vraag bestaat naar snel en flexibel inzetbaar personeel. Ook Elseline Timmer , adviseur leren en ontwikkelen bij WZU Veluwe en Tamara de Rie , adviseur vakontwikkeling bij Omring, herkennen deze vraag. In samenwerking met Defacto verkenden zij daarom de mogelijkheden van EPA’s in de VVT.
In dit interview spraken we over de uitdagingen, eerste indrukken en de vervolgstappen van de pilot voor EPA’s in de VVT, die ondersteund werd door het PPZ-Innovatiefonds van Profportaal Zorg.
Hoe ziet opleiden binnen de VVT er op dit moment uit?
Elseline: ‘De ROC’s spelen een grote rol in het opleiden binnen de VVT. Zij bieden de BBL en Bol trajecten aan. Op dit moment zijn dat vaak vaste trajecten, met een vast programma waarbij je start bij A en eindigt bij Z. Je ziet wel steeds meer ontwikkelingen om binnen de praktijkroutes flexibel onderwijs aan te bieden. De ROC’s zoeken de samenwerking op, om aan te sluiten bij de praktijk.
Drempels daarbij zijn onderdelen zoals Nederlands, rekenen en burgerschap, die verplicht zijn om een diploma te krijgen. Ook de duur van de opleidingen staat flexibiliteit in de weg. Afhankelijk van de opleiding die je doet en de vooropleiding die je hebt, duurt een opleidingstraject tot 3 jaar. Dat kan een drempel zijn. We zien bijvoorbeeld bij instromers bij de ouderenzorg dat ze wel willen leren, maar niet een hele opleiding willen volgen. Mensen willen vooral geschoold worden op wat ze in de praktijk doen. Zo kun je talenten benutten, zonder dat medewerkers een heel traject moeten volgen.’
Wat zijn EPA’s?
Entrustable Professional Activities (EPA) zijn de bouwstenen van competentiegericht leren op de werkplek en in de opleidingsinstelling . EPA’s geven aan in welke beroepstaken een student bekwaam moet worden en welke kennis, vaardigheden, houding en gedrag daarvoor nodig zijn. Het niveau waarop een student een EPA beheerst, geeft aan in hoeverre hij of zij de bekwaamheid heeft om de handeling zelfstandig uit te voeren. EPA’s geven studenten duidelijke opleidingsdoelen en begeleiders een concreet raamwerk om te toetsen in de praktijk. Daarnaast maakt het in- en doorstromen van zorgprofessionals eenvoudiger.
Welke kansen zien jullie op het gebied van EPA-gestuurd onderwijs voor de VVT?
Elseline: ‘De vraag om verandering komt echt vanuit de praktijk. Tegelijkertijd moet de praktijk ook stappen zetten om anders naar opleiden en inzetbaarheid kijken. De complexiteit van de zorg wordt zwaarder en we hebben te maken met een personeelstekort. Daarbij zien we dat de mensen die we hebben, wendbaarder moeten worden om flexibel inzetbaar te zijn. Al die factoren samen zorgen voor de noodzaak om snel en op een kwalitatief goede manier op te leiden. Zodat mensen snel bekwaam en daarmee inzetbaar zijn.’
Tamara: ‘Daarnaast willen we ook de drempel verlagen om de zorg te betreden en willen we kijken hoe we de doorstroom makkelijker kunnen maken van mensen die geschoold zijn en al werkzaam zijn bij ons.’
Elseline: ‘We zijn dit traject samen aangegaan omdat we wilden onderzoeken wat er mogelijk is. We wilden kijken wat werken met EPA’s een organisatie op kan leveren en wat het betekent voor de processen. Wat hebben we daarin te doen en wat komen we zoal tegen?’
Hoe zijn jullie vervolgens aan de slag gegaan?
Tamara: ‘We hebben allebei een andere insteek gebruikt. De brede behoefte was gelijk, maar hoe we met de EPA zijn omgegaan verschilt. Vanuit Omring wilden we niet alleen onderzoeken, maar ook praktisch toepassen. Bij ons zijn de helpenden verschillend opgeleid en een aantal ervan mogen vitale functies observeren en meten, maar hebben nog niet allemaal de theorie en praktijk gehad. Met name als het gaat om bloeddruk meten. Daarom hebben we gekozen voor een EPA Observeren en meten van vitale functies, waarvan we de opbrengst ook in de praktijk willen gaan gebruiken.’
Elseline: ‘Ik heb het idee voor de EPA bij het MT en in de lijn neergelegd, met de vraag wie de urgentie en energie voelde om ermee aan de slag te gaan. Toen is er vanuit welzijnskant aangeven dat er interesse was om mee te werken. De vraag die uit de praktijk kwam, was om mensen breder inzetbaar te maken. Zodoende hebben we ervoor gekozen om een EPA Begeleiden, zorg verlenen en activeren van de cliënt in de huiskamer (KSW) te ontwikkelen. We zijn gestart door de medewerkers te vragen welke taken ze zoal op een dag uitvoeren. Daarmee kregen we een idee van de vaardigheden en verantwoordelijkheden die mensen moeten bezitten en wat kan dan uiteindelijk door wie gedaan worden.’
Wat heeft de pilot jullie uiteindelijk opgeleverd?
Elseline: ‘Uiteindelijk hebben we allebei een beschreven EPA. Bij WZU Veluwe vanuit de medewerker in de huiskamer, volgens het stramien dat ook door de CZO vervolgopleidingen gehanteerd wordt, om daar ook aansluiting mee te hebben.
Daarnaast heeft dit traject alle betrokken meer inzicht gegeven. Want mensen waren erg nieuwsgierig, maar hadden ook veel vragen. De behandelaren die bij het traject betrokken waren, zijn bijvoorbeeld anders gaan kijken naar de inzetbaarheid van mensen. Zij zagen ook in dat het een hele andere manier van samenwerken is en dat je niet per se een volledige opleiding moet hebben gehad om iets in de praktijk uit te voeren. Dus ook in het samenwerken hebben we stapjes gezet. De ROC’s hebben ook meegedacht bij het schrijven en het checken van de EPA’s en dat was erg waardevol.’
Tamara: ‘Het heeft inderdaad meer dan een product opgeleverd. Omdat we met het onderwerp aan de gang zijn gegaan, vergaar je meer kennis over flexibel opleiden en andere mogelijke routes die te bewandelen zijn. We kunnen dus ook denken aan een combinatie van wat er al is en dat aanvullen met input vanuit de organisatie zelf. Dat vond ik een mooie opbrengst.
Bovendien kwamen door de manier waarop we het hebben aangepakt veel dingen naar boven. Omdat je heel erg met de praktijk samenwerkt rondom dit thema, komen er inzichten vanuit de werkvloer naar voren. Bijvoorbeeld handelingen die helpenden op dit moment niet mogen uitvoeren, terwijl ze dat wel zouden kunnen of willen. Daar wordt een medewerker blij van en diens collega ook, want die hoeft er niet bij geroepen te worden. Bovendien wordt de cliënt er blij van, want die wordt sneller geholpen.’
Wat waren de grootste uitdagingen?
Elseline: ‘Werken met EPA’s vereist van alle betrokkenen een omslag in denken, namelijk dat je niet per se een hele opleiding gedaan moet hebben om iets te kunnen. Je moet veel meer gaan kijken wat iemand al in zijn rugzak heeft aan kennis, ervaring en kunde. Hoe kun je dat goed borgen, maar wel inzetbaar maken op de afdeling?’
Tamara: ‘Als we aan de slag gaan met deze andere manier van kijken, dan is er nog wat werk te verzetten. Op diverse fronten, bijvoorbeeld ook het meenemen van de gewaardeerde collega’s die wel een heel opleidingstraject hebben doorlopen. Het is belangrijk dat zij ook begrijpen waarom het belangrijk is dat we meerdere leerroutes willen aanbieden. Het waarom en de gedachte achter EPA’s zijn daarbij heel belangrijk.’
Elseline: ‘Inderdaad, ook om te voorkomen dat medewerkers nu opeens collega’s voorbij zien zeilen met maar tien weken scholing, terwijl zij zelf een opleiding van twee jaar hebben doorlopen. Mensen zitten nog heel erg in hun oude functierol: ‘Ik ben dit en dan mag ik dat.’ Maar eigenlijk moet je kijken naar wat de zorgvrager nodig heeft. Daar komen taken uit en van daaruit kijk je wie die taken kan vervullen. Als mensen zien dat we dat als collectief doen, zal het gevoel van ‘is dit wel eerlijk’ ook anders zijn. Zodat mensen elkaar onderling blijven waarderen.’
Wat zijn vragen die naar boven kwamen tijdens dit traject?
Tamara: ‘Een belangrijke vraag die opkwam is bijvoorbeeld hoe EPA’s zich verhouden tot de functieomschrijvingen en de beloningen, want in feite verzwaar je met sommige EPA’s een functie. Een andere vraag waar we over na moeten denken is hoe je gaat roosteren. Wij hebben 4500 medewerkers bij Omring. Als we die op individuele basis een taak laten uitvoeren en daar bekwaamheid voor afgeven, hoe is dat dan zichtbaar en hoe ga je de juiste mensen op het juiste moment inroosteren? Je zult binnen je flexibiliteit toch enige kaders moeten hebben. Ook daar moeten we over nadenken.’
Elseline: ‘Ja en ook daarbij moeten we misschien anders denken. We hebben een cliënt en die is leidend. Maar inderdaad is het de vraag of we over moeten op een nieuw systeem, of dat we het moeten gaan inpassen. Als ik de EPA die we gemaakt hebben, vergelijk met de functieomschrijving van een helpende of een gastvrouw, zijn er veel overeenkomsten. We noemen het nu EPA’s, maar misschien gaan we het straks wel anders noemen. Het anders denken en dat je op kleinere aspecten ingezet kan worden, is de grootste verandering. Die heeft veel gevolgen voor iedereen in de organisatie, maar is wel nodig.’
Wat is er nodig om vervolgstappen te zetten?
Tamara: ‘Een belangrijk inzicht is dat dit landelijk opgepakt moet gaan worden. Wij kunnen wel met EPA’s gaan werken, maar dan blijft het een organisatie-eigen opleiding die niet geaccrediteerd is. Als iemand bij Omring een EPA heeft gedaan, dan heeft dat geen waarde op de arbeidsmarkt. En dat willen we nu juist nastreven. Als iemand met 3 EPA’s beslist om toch een opleiding tot verzorgende IG te volgen, kan er bijvoorbeeld een examenvrijstelling gelden of een onderwijstijdverkorting. Er mag best wat maatwerk en couleur locale zijn, maar de gemene deler is juist de kracht.’
Elseline: ‘En daarin moeten we samen optrekken met het onderwijs. Om te zorgen dat afgeronde onderdelen gewaardeerd worden en meegenomen worden richting een diploma.’
Hoe gaan jullie nu verder?
Tamara: ‘Bij Omring was mijn advies om naast de EPA ook de andere mogelijkheden te onderzoeken en te combineren. De MBO-certificaten liggen er bijvoorbeeld al en als die een antwoord geven op onze vragen, dan zullen we die er zeker bij betrekken. Ondertussen gaan we ook verder kijken naar de mogelijkheden van praktijkleren.
Elseline: ‘Ook bij ons zie je dat dit project ervoor zorgt dat we nieuwe dingen gaan uitproberen. Hoe gaan we mensen inzetten op taken? Dit heeft ruimte gecreëerd om wat meer te gaan experimenteren. En nu moeten we natuurlijk wel zorgen dat dat allemaal weer bij elkaar komt, maar het zorgt in elk geval wel voor beweging.
Of het nu uiteindelijk EPA moet gaan heten of iets anders maakt niet uit, maar het is duidelijk dat de praktijk zoekt naar een oplossing om mensen snel inzetbaar te krijgen voor bepaalde taken. Het gaat erom mensen te motiveren te leren zodat zij kwalitatief goede zorg kunnen bieden en snel en flexibel inzetbaar zijn.
Interesse?
Ook meedenken over EPA's in de VVT? Vul onderstaand formulier in en we houden je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
"De vraag om verandering komt echt vanuit de praktijk. Tegelijkertijd moet de praktijk ook stappen zetten om anders naar opleiden en inzetbaarheid kijken."
Elseline Timmer & Tamara de Rie
Adviseur leren & ontwikkelen
Producten & Diensten
Facts & Figures
- Branche
- Zorg
- Klant sinds
- 2022